Navigation

Selecteren van materialen voor gevelbekleding

 

Gevelbekleding is een belangrijk onderdeel van een gebouw, omdat het niet alleen het uiterlijk bepaalt, maar ook de achterconstructie beschermt tegen weersinvloeden. Hout is een veelgebruikt materiaal voor deze toepassing. De bekleding bestaat meestal uit aaneengesloten houten delen van verschillende vormen en maten, die horizontaal of verticaal geplaatst kunnen worden. Ook een open variant met niet-aaneengesloten delen is mogelijk. De profielen zijn verkrijgbaar in diverse houtsoorten en kunnen afgewerkt worden naar keuze: niet, semi-transparant of dekkend. Ze worden tegen een regelwerk aangebracht en kunnen gecombineerd worden met steenachtige of houten binnenspouwbladen. Naast gevelbekleding wordt massief hout ook toegepast in kozijnen, borstweringen en bergingen. Om de duurzaamheid te verhogen en de onderhoudsbehoefte te beperken, is het belangrijk om zorgvuldige materiaalkeuzes te maken en de uitvoering goed te plannen. Deze brochure helpt bij het maken van de juiste keuzes in 4 stappen:

  1. Selecteren van materialen

  2. Installatie van het regelwerk
  3. Montage van de gevelbekleding
  4. Afwerking & onderhoud

 

Keuze van houtsoorten

 

Om een gevel te bouwen, moet er een keuze worden gemaakt en materialen worden aangeschaft, waaronder gevelbekledingsprofielen, een regelwerk, bevestigingsmaterialen en een afwerksysteem. Als de achtergrond bestaat uit een steenachtig binnenspouwblad, zijn er ook isolatiematerialen, houten stijlen en vaak een damp-open vochtwerend folie nodig. Er zijn veel houtsoorten die geschikt zijn voor gevelbekleding. Verschillende criteria spelen een rol bij het maken van de keuze. De gekozen houtsoort moet bij voorkeur een hoge natuurlijke duurzaamheid hebben, of goed te verduurzamen zijn om weerstand te bieden tegen houtaantasters. De natuurlijke duurzaamheid van hout wordt uitgedrukt in klassen, waarbij klasse 1 het meest duurzaam is en klasse 5 het minst duurzaam. Een ander belangrijk criterium is de vormstabiliteit van de houtsoort. De houtsoort moet bij voorkeur vormstabiel zijn, zodat het hout niet te veel vervormt bij wisselingen in het vochtgehalte. De vormstabiliteit wordt uitgedrukt in krimpklassen, waarbij klasse 1 het meest vormstabiel is en klasse 5 het minst vormstabiel.

 

Uiteraard spelen bij de keuze van de houtsoort ook het uiterlijk, de afwerkbaarheid, de beschikbaarheid van verschillende afmetingen en de prijs een rol. Als het hout volledig wordt blootgesteld aan weer en wind, kunnen verduurzaamd en gemodificeerd hout of hout van duurzaamheidsklasse 1 en 2 worden gebruikt. Het wordt aanbevolen om hout met duurzaamheidsklasse 3 minimaal rondom af te werken. Als het beschut buiten wordt toegepast, is dat niet strikt noodzakelijk. Hout met een lagere duurzaamheidsklasse moet worden verduurzaamd. De meeste gevelbekledingen in Nederland zijn van verduurzaamd vuren, verduurzaamd lariks, western red ceder of gemodificeerd hout.

 

Het is belangrijk om op te merken dat sommige houtsoorten inhoudsstoffen bevatten die roest bevorderen, zoals bijvoorbeeld western red ceder of eikenhout. Het wordt niet aanbevolen om deze houtsoorten te combineren met corroderende metalen zoals lood, ijzer en in sommige gevallen aluminium. Soms kunnen sterk kleurende inhoudsstoffen vlekken veroorzaken op andere bouwmaterialen zoals stucwerk of tegels. Inhoudsstoffen uit hout zijn wateroplosbaar en kunnen meestal worden uitgewassen. Voor zover bekend zijn ze niet schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met Houthandelonline.nl om te informeren naar de beschikbaarheid van geschikte houtsoorten. Bij grote projecten is het raadzaam om ruim van tevoren uw bestelwensen in te dienen. Het is belangrijk om hout te gebruiken dat is voorzien van een keurmerk voor duurzaam bosbeheer.

 

Houtkwaliteit

Als u de visuele kwaliteit van uw gevelbekleding wilt beschrijven, kunt u verwijzen naar de BRL 4103. Dit document verdeelt de kwaliteit van hout in drie risicoklassen, die zijn gekoppeld aan een minimaal benodigde duurzaamheidsklasse. Bovendien koppelt de BRL-kwaliteitssortering aan verschillende toepassingen, waarbij kwaliteitsklasse B de meest gebruikelijke is.

  • Klasse A:

    geschikt voor regendichte bekledingen (bijvoorbeeld afwerking van bergingen).
  • Klasse B:

    geschikt voor bekledingen die niet volledig regendicht zijn, maar waarbij de totale scheidingconstructie wel waterdicht is.
  • Klasse C:

    geschikt voor bekleding van stallingruimten (ruimten die in principe niet onder het bereik van het Bouwbesluit vallen).

 

Het is ook mogelijk om in overleg met HouthandelOnline te kiezen voor een andere handelskwaliteit op basis van bijvoorbeeld de NEN 5466 of de NEN 5485, afhankelijk van uw specifieke projectvereisten. De kwaliteitsklasse B wordt doorgaans als basis genomen, met aanvullende eisen op het gebied van kwasten, tekening, oppervlaktestructuur of houtvochtgehalte als nodig. Het houtvochtgehalte van de gevelbekleding moet worden afgestemd op het evenwichtsvochtgehalte van de betreffende houtsoort. Voor naaldhout worden bijvoorbeeld richtwaarden van +/- 16% gehanteerd bij een verwachte relatieve vochtigheid van 80%, en +/- 10% bij een binnen-toepassing en een RV van 50%. Bij loofhout kan het evenwichtsvochtgehalte afwijken van deze richtwaarden vanwege soort gebonden eigenschappen.

 

 

 

Belangrijkste kwaliteitseisen volgens klasse B (BRL 4103)*

  • Kwasten, hard en vastzittend: toelaatbaar tot maximaal 30 mm diameter
  • Kwasten, hard en loszittend: maximaal 1 per m en tot maximaal 15mm diameter
  • Kwasten, zacht: niet toelaatbaar
  • Maximaal 2 harszakken per m aan de voorzijde, met maximaal totale oppervlakte van 70 mm2
  • Ingegroeide bast: maximaal 2 per m en totale lengte maximaal 100 mm
  • Door het hart gezaagd en ingesloten hart: niet toelaatbaar
  • Langsscheuren: lengte per stuk maximaal 100 mm en totale lengte maximaal 0,05 x houtlengte
  • Splijt- en eindscheuren: maximaal 1 per uiteinde tot maximaal 30 mm lengte
  • Schimmelaantasting: niet toelaatbaar
  • Maximale vervormingen (gebogen, krom, scheluw): 4 mm per 2 m houtlengte
  • Maximale vervorming, hol: 1 mm per 100 mm houtbreedte
  • Wan en mechanische beschadiging: niet toelaatbaar
  • Spint is alleen toelaatbaar als het hout is verduurzaamd
  • Vochtgehalte 16 ± 2%

* Definities en meetmethoden volgens NEN 5461 (Kwaliteitseisen voor hout (KVH) - Gezaagd hout en rondhout - Algemeen gedeelte)

 

Horizontale gevelbekleding: potdekselwerk, bevel siding, Zweeds- en halfhouts rabat Verticale gevelbekleding: opdekwerk, opdekwerk en rabat met hallfoutse overlap

 

Profielkeuze en afmetingen

Wat betreft profielkeuze en afmetingen, worden gevelbekledingsprofielen in Nederland meestal horizontaal toegepast, maar in Scandinavië ziet men vooral verticale gevelbekledingen. Beiden zijn geschikt, zolang u het juiste profiel kiest. De houthandel kan gevelbekledingsdelen produceren uit standaard houtmaten en een groot scala aan afmetingen en profielen leveren door middel van zagen en schaven. Het gebruik van messing-en-groefdelen wordt sterk afgeraden vanwege het onderhoud. Kies bij voorkeur voor rabat met halfhoutse overlap of een profiel met een rechthoekige doorsnede, zoals open gevelbekleding of potdekselwerk. Om schotelen te voorkomen, met name op de zuidzijde van gebouwen, is het verstandig om een beperkte profielbreedte te kiezen. Dikkere profielen vanaf 25 mm hebben volgens Fins praktijkonderzoek een langere levensduur.

 

Gesloten versus open gevelbekleding

Open en gesloten gevelbekleding zijn twee verschillende opties om de buitenkant van een gebouw te bekleden. Gesloten gevelbekleding wordt gebruikt wanneer profielen aaneengesloten of overlappend aan de gevel worden bevestigd, waardoor een hoge mate van vochtkering wordt bereikt. Het gebruik van gesloten gevelbekleding vereist extra aandacht en een optimale detaillering. Voldoende ventilatie is essentieel om vochtproblemen te voorkomen, en er moet ruimte tussen de delen blijven (expansieruimte) om spanningen in de constructie op te vangen als gevolg van krimp of zwelling. Open gevelbekleding, daarentegen, wordt gekenmerkt door delen die met een onderlinge afstand van 7 tot 10 mm van elkaar zijn bevestigd, waardoor optimale ventilatie mogelijk is. Ook constructieve spanningen zullen niet optreden. Open gevelbekleding gaat doorgaans gemakkelijker lang mee. Achter het regelwerk past een damp-open vochtwerende folie toe, welke in het geval van open gevelbekleding uv-bestendig dient te zijn. Er zijn verschillende soorten gevelbekleding beschikbaar, waaronder horizontale en verticale bekleding.

 

 
Een voorbeeld van een mogelijke hoekoplossing met open gevelbekleding (afgeschuind)

Oppervlak: glad of ruw

Bij het kiezen van gevelbekleding is het oppervlak ook belangrijk. De profielen kunnen geschaafd of fijn-bezaagd worden geleverd. Bij een geschaafd oppervlak gelden hoge eisen voor de schaafkwaliteit, omdat machineslagen en oneffenheden na het schilderen zichtbaar blijven en zorgen voor een minder geslaagd uiterlijk. Gladde oppervlakken vergrijzen sneller en gelijkmatiger dan ruwe. Er kan, om technische of esthetische redenen, worden gekozen voor een enigszins ruw oppervlak.

 

Het verkrijgen van een ruw oppervlak gebeurt door de zichtzijde te zagen met een fijne vertanding. Onderzoek toont aan dat de meeste verfsystemen beter hechten en een betere laagdikte opleveren op een fijnbezaagd oppervlak. Hout dat fijnbezaagd is en afgewerkt is, vereist minder onderhoud dan eenzelfde afwerking op geschaafd hout. Bij zachte houtsoorten is er ook minder kans op het ontstaan van bladders die ontstaan door het loslaten van groeiringen. Echter, het is belangrijk om op te merken dat op gevelvlakken die langer nat blijven, zoals de noordzijde of in een boomrijke omgeving, er een verhoogde kans is op vuilhechting en algvorming op een fijnbezaagd oppervlak, vooral zonder afwerking. Om het uiterlijk van het product na afwerking te beoordelen, wordt het aanbevolen om proefmonsters te maken.

 

Een voorbeeld van een mogelijke hoekoplossing met open gevelbekleding (afgeschuind)

CE-markering

Sinds 1 juni 2008 zijn fabrikanten van massief houten wand-, plafond- en gevelbekleding verplicht om deze te voorzien van een CE-markering. Deze markering omvat onder andere de minimale producteigenschappen waaraan de profielen moeten voldoen. De gegeven waarden zijn van toepassing op het losse product en vormen geen bewijs voor het voldoen aan het Nederlandse bouwbesluit van de met de producten vervaardigde constructies.

 

Brandeigenschappen

De brandeigenschappen van gevelbekleding moeten voldoen aan de eisen van het bouwbesluit. Deze eigenschappen kunnen worden bepaald door rekenkundige berekeningen of door te verwijzen naar positieve testresultaten of CWFT-tabellen (Classified Without Further Testing) zoals weergegeven in de productnormen. Soms is het nodig om de gevelbekleding brandvertragend te laten behandelen. 

 

Afwerksysteem

Hout kan worden afgewerkt met een semi-transparant of dekkend afwerksysteem. Bij semi-transparante beitssystemen blijft de structuur van het onderliggende hout zichtbaar, terwijl het toch een kleur krijgt. Houd er wel rekening mee dat bij een semi-transparant systeem een hogere onderhoudsfrequentie nodig is dan bij een dekkend systeem. Bij een afgewerkte gevel wordt aanbevolen om de houten delen vóór het aanbrengen rondom, bij voorkeur industrieel, te voorzien van twee afwerklagen. Dit verhoogt de levensduur van het verfsysteem en voorkomt dat bij profielen met een overlap, als gevolg van krimpen, niet-afgewerkte delen zichtbaar worden. Bovendien ontstaat er een gelijkmatiger vochtbalans in het hout, wat de kans op kromtrekken vermindert. De laatste afwerklaag wordt aangebracht na de montage.

 

Om het onderhoud tot een minimum te beperken, is het aan te raden om fijnbesnaarde delen te gebruiken die voorzien zijn van een dekkend verfsysteem met voldoende laagdikte en geen scherpe profielkanten hebben. Ademende verfsystemen zijn ideaal, omdat vocht dat eventueel in het hout dringt ook weer kan verdampen. Bij het kiezen van kleuren is het raadzaam om donkere tinten te vermijden, tenzij ze niet te fel zijn, omdat vervuiling en verkleuring minder snel opvallen. Houd er echter rekening mee dat zeer donkere kleuren kunnen leiden tot extremere temperatuurschommelingen in het hout onder invloed van zonlicht.

 

 
* Indien een zwaardere maat, vanaf 25 x 50 mm, benodigd en berekend wordt, kan gebruik gemaakt worden van de NEN 5499 (Kwaliteitseisen voor visueel gesorteerd naaldhout voor constructieve toepassingen).

Minste onderhoud bij afgewerkte gevelbekleding

  • Houtsoort met een gering krimp- en zwelgedrag
  • Goede kwaliteitsklasse (weinig harszakken, beperkt aantal kwasten)
  • Noord- en oostgevel
  • Dakoverstekken, voor-overhellende gevel enzovoorts
  • Dekkend afgewerkt op fijnbezaagd oppervlak
  • Alternatief: drie lagen beits
  • Bij een dekkende afwerking: lichte kleur op het zuiden
  • Geen scherpe kanten of hoeken (afrondingen ≥ 3)

 

Regelwerk

Voor het regelwerk waarop de gevelbekleding wordt bevestigd, wordt geadviseerd om hout te gebruiken met een natuurlijke duurzaamheid van klasse 1 of 2, of dat verduurzaamd is tot deze klassen. De minimumafmetingen voor het regelwerk zijn 19 x 44 mm, en de dikte is afhankelijk van de minimale lengte van de nagel of schroef die nodig is om de delen te bevestigen. De nagel of schroef moet minimaal 1,5 keer de dikte van het te bevestigen profiel in het regelwerk doordringen.

 

 

 

 

Lees meer